zondag 6 januari 2013

"De donkere kamer van Damokles"

Geschreven door Willem Frederik Hermans, een boek vol verraad, spanning, enigzins liefde en oorlog. 



Wie is willem Frederik Hermans…

Willem Frederik Hermans wordt in Amsterdam geboren op 1 september in het jaar 1921. Hij groeit op in een onderwijzersgezin. Hij had een zus die gebruikt werd als voorbeeld voor hem, terwijl hem werd verteld dat hij niets kon. Op 21-jarige leeftijd pleegde zij zelfmoord. De dood van zijn zus markeerde het einde van zijn jeugd en dat al op 18-jarige leeftijd. Maar ook het begin van de Tweede Wereldoorlog, die een zeer chaotische draai aan zijn leven gaf. Waarschijnlijk is het gevoel van achterstelling en miskenning de oorzaak van het ontwikkelen van zijn schrijfvaardigheid. Hij probeerde o.a. 2 studies maar staakte beide studies. In de Tweede Wereldoorlog werkte Hermans mee aan verschillende literaire tijdschriften, o.a. Criterium en Podium. Op 4 juli 1950 trouwde hij met de Surinaamse Elly Meurs met wie hij in 1955 een zoon kreeg. Hermans heeft diverse conflicten met scholen gehad. Ondanks afstuderen met cum laude bij de studie aardlagen op de universiteit van Groningen, kreeg hij niet wat hij zou moeten. Hij had ook continue het gevoel te worden tegen gewerkt door de rest. Hij kreeg ook de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet maar weigerde de prijs aan te nemen. Na nog een afrekening met de universiteit van de stad Groningen, was hij klaar met de stad. Hij schreef o.a. in de boeken ‘Uit talloos veel miljoenen’ en ‘Ruisend geruis’ zijn uiting over de stad Groningen.
Eind jaren zestig koos Hermans partij tegen Renate Rubinstein en Aad Nuis in de affaire rond Friedrich Weinreb. De 'zogenaamde' Joodse verzetsheld Weinreb hield hij in meerdere zeer scherp geformuleerde artikelen voor een oplichter, terwijl vele toonaangevende intellectuelen de kant van Weinreb bleven kiezen. De energie die dit kostte heeft hem naar eigen zeggen zeker het schrijven van meerdere romans gekost. Uiteindelijk heeft hij (ook) hier 'weer' gelijk gehad. Uit een officieel rapport van het RIOD bleek Weinreb inderdaad de oplichter waar Hermans hem voor hield. Hermans hield graag van gelijk krijgen.

In 1971 werd aan Hermans de P.C. Hooft-prijs toegekend, die hij weigerde. Toenmalig minister van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, Piet Engels, zou in zijn eerste brief (22 december 1972) aan Hermans een tikfout hebben laten staan: in plaats van Fl 18000,- zou Hermans Fl 8.000 tegemoet mogen zien. In een excuusbrief werd dit hersteld. Hermans schreef terug: 'Men kan nauwelijks verwachten dat een schrijver zich bijzonder vereerd zal voelen, wanneer hij bekroond wordt door een minister wiens handtekening van de ene dag op de andere 10.000 gulden in waarde daalt.'
In de omgang was Hermans doorgaans niet gemakkelijk. Zowel hijzelf als vele van zijn romanpersonages hadden kenmerken van een misantroop karakter. De titel van een van zijn romans Ik heb altijd gelijk is ook op hem persoonlijk van toepassing. Zijn tegenstanders boorde hij op onaangename (maar zeer rake en voor toeschouwers vermakelijke) wijze de grond in. Het vierde deel van de dagboeknotities van C. Buddingh' Een mooie tijd om later te worden sabelde hij zo hard neer, dat diens uitgever pas 16 jaar later, kort voor Hermans' dood en 10 jaar na Buddingh's dood, een volgend deel publiceerde. Met uitgever Geert van Oorschot heeft hij drie rechtszaken en decennialang een vinnige vete over relatief kleine geldbedragen uitgevochten. Toch kon Hermans in zijn persoonlijk leven ook heel hartelijk zijn. Tot zijn vrienden behoorden onder meer de schilder Carel Willink, de actrice Sylvia Kristel en de schrijver Freddy de Vree.
Zijn werk bestaat voornamelijk uit romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Ook heeft hij enkele gedichten en toneelstukken geschreven. Daarnaast geniet hij enige bekendheid als fotograaf en maker van collages. In 1957 werkte hij enige tijd als assistent bij de fotograaf Nico Jesse om ervaring op te doen in de fotografie.

Bronnen van de informatie over Willem Frederik Hermans: 

Mijn foto’s


 Moord en verraad. Hoppa die werd vermoord o en die heeft wat gezien dan wordt die ook even neergestoken. Doden, oorlog, bloed. Het was niks bijzonders meer voor Osewoudt. Als je zelf maar veilig was en niet verraden kon worden, dat stond voorop.


Osewoudt miste een deel van zijn mannelijkheid, hij had geen baard en hoefde dus ook nooit geschoren te worden. Tot veel verbazing van anderen, het komt diverse keren in het boek aan bod.


Liefde, in het begin leek Osewoudt een of andere idioot die iedereen vermoorde zonder gevoelens. Maar tot mijn verbazing wist hij wel wat liefde was en bleek hij zelfs blij te zijn toen hij een kind kreeg. Helaas heeft hij het kind nooit levend in zijn handen gekregen.


Communiceren met brieven gebeurde veel. De communicatie tussen Osewoudt en Dorbeck vond ook vooral schrijvend plaats. 



Wat betekent de uitspraak in mijn ogen?
 Zoeken naar een persoon die er niet is kan oneindig duren. Want die persoon is er gewoon niet en zal er ook niet plots zijn. Een zinloos gevecht. Dorbeck zoeken was voor de rechercheurs ook een zinloos gedoe, hij zou toch niet gevonden worden als hij niet bestaat. Alleen maar meer bewijs dat Osewoudt zelf schuldig is. Maar is iemand ophangen of kwaad doen wel terecht als die persoon er misschien wel is? Nee.

Wat houdt de titel in?
 De titel ‘de Donkere kamer van Damokles’, wat betekent het eigenlijk. Het heeft een tijdje geduurd voordat ik de betekenis snapte, eigenlijk pas aan het einde van het boek. Toen de ik de laatste bladzijdes omgeslagen had. De donkere kamer slaat eigenlijk op de kamer waar Osewoudt de foto’s moest ontwikkelen. De kamer was heel erg belangrijk bij de ontwikkeling van de foto’s, de foto’s werden zwart als ze niet ontwikkeld werden in een donkere kamer. De foto’s konden zijn vrijlating betekenen aan het eind van het boek en hadden effect op de band met Dorbeck. De naam Damokles komt eigenlijk van het zwaard van Damokles. Wat staat voor een dreiging. In de kamer van Damokles was continue de dreiging van het mislukken van foto’s als ze niet in een donkere kamer ontwikkeld werden. Maar staat ook voor de cel waarin Osewoudt verblijft gedurende zijn gevangenschap.

Mijn mening. 
Dat Hermans een bijzondere man was is wel duidelijk. Ik denk dat ik nooit zo’n verhaal bedacht zou hebben of misschien was ik wel zo ver gekomen,  maar had ik de verhaallijn heel anders gemaakt. Misschien wat begrijpelijker. Ik begrijpte er soms echt niets van, in het begin dacht ik dat het aan mij lag. Maar toen ik van m’n klasgenoten hoorde dat zij er ook moeite mee hadden, wist ik dat het dus niet aan mij lag. Misschien aan onze leeftijd dan… En ik vond de raadsels eerlijk gezegd ook om gek van te worden, ik wil weten waarom…! En niet aan het einde van het boek pas lezen dat het zo en zo liep, maar niet werd verteld wat er nou letterlijk gebeurd was en waarom. Moet ik het dan zelf gaan verzinnen? De spanning in het boek was wel duidelijk te vinden, waardoor op lange stukken ik er lekker doorheen kwam. Maar er kwam dan weer een lang gesprek (bijv. in de gevangenis) waardoor ik totaal uit ‘balans’ was en het weer een vreselijk boek vond. Mijn mening was tijdens het lezen over dit boek heel erg verdeeld. Ik vond het echter geen slecht boek en Hermans is een heel bijzonder mens en vind ook zeker dat dit soort mensen in een samenleving voor moeten komen. Zij houden het juist lekker in balans. Ik denk dat ik dit boek niet gelezen zou hebben als ik het niet voor nederlands moest lezen, maar ik ben best wel benieuwd naar de andere boeken van deze man en ga ze zeker in de komende vakantie ook lezen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten