maandag 16 februari 2015

F. Bordewijk - Bint

Samenvatting van het boek
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen.

De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. 
De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. 
Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee. 
Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek.

Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. 
Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. 
Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). 
De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk. 
“De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. 
De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school. 

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/43097

Over de auteur

Pseudoniem
Ton Ven 

Bijzonderheid
Zijn stijl wordt vaak gekarakteriseerd met de omschrijving
'gewapend-beton-stijl'. 

De waarderingsgeschiedenis van F. Bordewijk kunnen we in drie perioden verdelen:
1916-1931
Deze periode is een soort aanloopperiode die de meeste schrijvers kennen. Hij maakt een gedichtenbundel Paddestoelen en een verzameling Fantastische vertellingen die allemaal niet echt aanslaan bij het publiek. De meeste critici waren niet echt gesteld op zijn vrij vlakke en nogal wijdlopige taal die hij in zijn boeken gebruikte.

1931-1955
Vanaf 1931 wordt Bordewijk ervaren, hij brengt de korte romanBlokken uit. De recensenten vonden het over het algemeen een redelijk boek, in de laatste jaren heeft men vooral oog gekregen voor de bijzondere inhoudelijke en stilistische kwaliteiten van Blokken. Met vooral in de jaren 30 geladen begrippen tucht, zelftucht, macht brengt hij in 1934 Bint uit. "Gaat te ver" werd er gezegd, maar er werd ook waarderend over het boek gesproken. Rood Paleis wordt in 1936 uitgebracht. Men vond het vaak een fantastisch boek en nu vindt men het nog steeds zeer geslaagd. Bordewijk zei in 1962 dat hij zijn boekDe Wingerdrank wel het minste boek vond dat hij in deze periode had uitgebracht. De meeste critici waren ook niet echt te spreken over De Wingerdrank, helemaal negatief waren ook weer niet; de meeste roemde zijn taalgebruik. Karakter wordt over het algemeen beschouwd als hoogtepunt in Bordewijks omvangrijke oeuvre en als een meesterwerk van de moderne Nederlandse literatuur. Karakterbracht daarom ook het commerciële succes dat tot dan toe was uitgebleven. Bordewijk zelf vond het na de oorlog uitgebrachteNoorderlicht de beste roman die hij geschreven had. Hij vond het figuur 'Hugo van Delden' als personage geslaagd en interessant. Kritiek en waardering kreeg hij voor de personages, ze zouden onmenselijk zijn, vooral Aga, maar anderen vonden haar weer boeien. De meningen waren uitlopend van fel negatief tot zeer positief. Op het in 1952 uitgebrachte De Doopvont wordt heel verschillend gereageerd, maar hij krijgt er in 1953 de P.C. Hooftprijs voor. Daarna ondergaat De Doopvont het lot van de meeste naoorlogse publikaties van Bordewijk; een afzwakkende belangstelling. De besprekingen vanBloesemtak zijn zeer talrijk en bijna allen bijzonder positief. Tot verrassing van sommige recensenten bleek hij zijn meesterwerk De Doopvont te kunnen evenaren. Argumenten zijn het 'menselijke' en 'gewone' karakter ervan. Anderen vinden dat er overbodige stukken in zitten.

1955-heden
Bordewijk is in deze periode over zijn literaire hoogtepunt heen. Hij schrijft in zijn laatste deel van zijn leven veel persoonlijke en ontoegankelijke boeken. Na zijn sterven worden er nog alleen verzamelingen van oude werken van hem uitgebracht.

Thema

Thema: De Hoofdthema in Bint is de bestrijding van de chaos door stalen tucht, een aparte methode van Bint. Daarnaast speelt de tegenstelling school – maatschappij een grote rol. Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ vormen, om de aansluiting naar de maatschappij beter mogelijk te maken. 

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/43110


Recensie
Een oude, magere en vooral erg radicale schooldirecteur die met een systeem kwam waar orde en tucht moeten zorgen voor maatschappelijke reuzen. Vragen bestaan niet, enkel bevelen. De psychologie van de leerlingen heeft geen enkel belang. Het was dan wel 1934, maar het blijft toch tot de verbeelding spreken.
De Bree, een leerkracht Nederlands die als vervanger op de school terechtkomt en eveneens onze focalisator is, is dan ook meteen positief geïntimideerd door de speciale gewoontes van Bint. Des te verder het verhaal vordert, des te meer merk je hoe De Bree zijn tuchtmaatregelen bijna slaafs toepast. Het is verwonderlijk hoe je ook zelf wordt meegesleept in zijn ideeën.
Het verhaal draait zesenzeventig pagina’s lang vooral rond de klas die steeds de hel wordt genoemd. 4C zijn de uitverkorenen van Bint, die de klas persoonlijk samenstelde. Het is wonderbaarlijk hoe goed zijn speciale methodes hier ook effectief werken. Ze zijn hiervan zelfs grote fan, aangezien ze een opstand ,naar aanleiding van een zelfmoord, de kop indrukken.  Deze leerlingen zijn tegelijkertijd het prototype van een klas die je niet zou willen in het middelbaar. Het leek me dan ook niet meer dan logisch dat De Bree meteen aan hen de oorlog verklaart. De rest van de klassen worden bestempelt als de bruinen, de bloemen en de grauwen. Hiermee worden over het algemeen geen problemen ervaren.
De taal die gebruikt wordt, is voor ons uiteraard ouderwets. Het is echter belangrijk om dit verhaal in zijn tijdsperiode te schetsen. Dit taalgebruik was in die periode naar mijn idee normaal en niet ingewikkeld. Moeilijke verwoordingen worden niet onnodig gebruikt, hoewel de roman vol zit van symbolische zinnen die zorgen voor sfeer.  een schepsel was daar, zwart, doodsbleek, dat toefde, keek’.  De stijl die gehanteerd wordt, is erg sec. Er worden  veel korte, directe en strakke zinnen gebruikt. Deze stijl, ook wel de gewapend betonstijl genoemd,  is typisch voor Bordewijk. Het is natuurlijk onmogelijk om deze stijl los te zien van de strakke methodes die op de school van Bint worden gehanteerd.
Emotioneel gezien is het erg moeilijk je in te leven in de personages. De personages die je (min of meer) goed leert kennen, Bint en De Bree, zijn beiden niet de meest sympathieke personen. Ze zijn onverdraagzaam, nors en onredelijk. Het gebrek aan inleving kan uiteraard ook te maken hebben met de droge stijl van schrijven.
Het thema van het boek lijkt me duidelijk. De ondertitel van de roman verraadt dit ook al in zekere zin. Roman van een zender staat voor de methodes van Bint, die steunen op koude orde en tucht. Zijn doel is om reuzen in de maatschappij te kweken. De wil om mensen tot goede maatschappelijke burgers op te voeden is dus een belangrijk thema. Dit gebeurt hier uiteraard op een compleet verkeerde manier. Zelfs de stap naar Hitler en zijn idealen is hierbij niet erg groot. Verschillende experimenten zoals the wave hebben al voldoende bewezen wat voor impact zo’n methodes kunnen hebben op een samenleving. Het is dus niet slecht dat Bint op het einde beslist de school te verlaten.
Hoewel het boek voor een newbie in de stijl van Bordewijk in het begin makkelijker is weg te leggen dan verder te lezen, kon dit boek mij wel bekoren. De stijl wordt minder belangrijk, het idee achter het verhaal blijft je nog lange tijd bij.
Bron: https://lynnlardot.wordpress.com/2013/12/15/recensie-ferdinand-bordewijk-bint/

Arthur Japin - de man van je leven

Korte beschrijving van het boek

`De betovering is verbroken, zeggen mensen wanneer hun grote liefde voorbij is. `Het sprookje is uit , als was het een illusie waarmee hun gevoel hen al die jaren had bedrogen. Alsof het een verblinding is geweest, en ze nu verdriet hebben omdat ze beter zijn gaan zien. `Ik ben droeviger maar wijzer, verklaren ze, alsof liefhebben een vorm van domheid was en hun ontgoocheling een dure, maar noodzakelijke levensles. Het tegendeel is waar. Liefhebben is de illusie niet, maar leven. `Te willen beschermen wat je lief is, desnoods voorbij dit leven. Dit lijkt Tilly s drijfveer. Zij is ernstig ziek en zoekt een vervangster voor zichzelf, iemand die straks haar plaats naast haar man kan innemen. De vrouw die zij vindt blijkt echter zo perfect bij hem te passen dat hij haar zonder dat Tilly dit wist zelf al had gevonden en in het geheim al een relatie met haar heeft gehad. Door de verrassing die Tilly hun bereidt, verandert haar tragedie in een klucht. Maar wie heeft daarvan eigenlijk de regie? Niets is wat het lijkt. Eén man, twee vrouwen en een afgelegen huis op een zonnig vakantie-eiland. Een wrange komedie over liefde, trouw, overspel en wraak voor iedereen die ooit geloofd heeft in de liefde.

Samenvatting van het boek

Tilly is een vrouw van 40 die ongeneeslijk ziek is. Wanneer ze dit ontdekt, vertelt ze dit haar man Markus niet meteen. Markus is een academicus en hij heeft een congres op Samolo waar hij graag met Tilly heen wil, maar aangezien Tilly net heeft ontdekt dat ze ziek is, besluit ze niet te gaan. Als smoes vertelt ze Markus dat ze bang is dat haar moeder zal sterven tijdens haar afwezigheid.
Wat Tilly dan nog niet weet, is dat Markus dan al een jaar een affaire heeft met Iris. Wanneer Tilly besluit niet mee te gaan naar het congres, besluit Markus Iris mee te nemen. Tilly komt er bij toeval achter dat Iris mee is naar Samolo wanneer ze het hotel belt en Iris - die dan niet weet dat ze de echte Tilly aan de lijn heeft - zich voordoet als Tilly.
Wanneer Markus weer thuis is, vertelt Tilly hem dat ze niet lang meer te leven heeft. Markus besluit daarop nog een keer naar Iris te gaan om het met haar uit te maken.
Tilly besluit een nieuwe vrouw voor Markus te zoeken, voor wanneer zij er niet meer is. Ze vult gegevens in op een datingsite voor academici en klikt de profielen aan die als 'perfecte match' tevoorschijn komen. In eerste instantie schrikt Tilly zich rot wanneer het profiel van Iris tevoorschijn komt, maar na verloop van tijd besluit ze de controle te grijpen en neemt ze contact op met Iris.

Wanneer Markus met de hond weg is, heeft Tilly een afspraak met Iris. Iris weet dan nog niet dat ze een afspraak heeft met de nog niet overleden vrouw van haar 'date'. In eerste instantie vindt Iris het allemaal maar niets, maar ze is een nieuwsgierige vrouw en raakt geboeid door het verhaal van Tilly. Wanneer Markus binnenkomt, schrikt Iris zich uiteraard te pletter.
Tilly doet tegen Markus alsof Iris een jeugdvriendin is die langsgekomen is om herinneringen op te halen. Er volgen gesprekken vol leugens, smoesjes en uitvluchten en de situatie is nogal oncomfortabel. Op een gegeven moment is Iris het helemaal zat en verraadt ze dat Tilly haar heeft uitgenodigd omdat ze alvast een nieuwe vrouw voor Markus zocht. Markus raakt hiervan overstuur en vlucht de deur uit, maar na een poos komt hij toch terug.
Er volgen nog meer gesprekken en uiteindelijk maakt Tilly duidelijk dat ze weet van de affaire van Markus en Iris. Markus voelt zich op zijn beurt enorm bedrogen omdat Tilly dus alles al wist en hem niets gezegd heeft.
Uiteindelijk heeft iedereen op een bepaalde manier wel begrip voor elkaar. De situatie helpt Iris om voorlopig echt voor zichzelf te kiezen en niet te blijven hangen in haar rol van de verlaten maîtresse. De kans is groot dat Iris en Markus na de dood van Tilly wel weer bij elkaar komen maar tot die tijd wil Iris niets meer meekrijgen van de weg die het echtpaar af te leggen heeft. Markus en Tilly vinden een manier om samen verder te gaan en zullen nog zoveel mogelijk uit de tijd die hen samen rest proberen te halen.
Personages
Iris
Iris is een ietwat verbitterde vrouw die alles wel op orde heeft in haar leven, behalve op het vlak van de liefde. Iris heeft wel wat scherpere karaktertrekken dan Tilly - misschien omdat zij de liefde uiteindelijk niet echt gevonden heeft - maar ze lijkt wel veel op haar. Iris is intelligent, zelfstandig en onzeker.
Tilly
Tilly is een nuchtere vrouw die gewend is de touwtjes in handen te hebben. Nu ze ziek is en erachter komt dat haar man haar bedriegt, is ze voor het eerst echt de controle kwijt. Die probeert ze koste wat kost terug te krijgen. Ze heeft het beste met haar man voor en ze is een warme vrouw, al heeft ze haar verdriet en is dat soms wel te merken in negatieve gedachten die ze heeft.
Markus
Markus is een vrij nuchtere, ietwat saaie, doodgewone man. Hij is academicus, en zijn affaire past eigenlijk helemaal niet bij zijn milde, brave karakter. Markus is een man die zichzelf zonder vrouw niet heel goed weet te redden en zelfs in zijn bedrog wordt hij nog gecontroleerd door de vrouwen in zijn leven.

bron: http://www.scholieren.com/boek/12727/de-man-van-je-leven/zekerwetengoed

Over de auteur

Arthur Japin (1956) bezocht het Gymnasium in Haarlem en studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam om daar vervolgens de theaterschool te doorlopen, waar hij in 1982 afstudeerde. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Ook zong hij een kleine rol bij de Nederlandse Opera.
In 1987 ontdekte hij het historische, maar tot dan toe onbekende verhaal van twee Afrikaanse prinsjes die in het negentiende-eeuwse Nederland als Hollanders werden opgevoed. Hij stopte met acteren en begon te schrijven. Ondertussen schreef hij diverse korte verhalen, hoorspelen, toneelstukken en televisiefilms en debuteerde hij in 1996 met de verhalenbundel Magonische verhalen. Zijn debuut werd veelgeprezen in de literaire kritiek, maar hij brak pas bij een groot publiek door met zijn tweede boek, het verhaal van de twee prinsjes: de roman De zwarte met het witte hart, die wereldwijd vertaald werd en die hem internationale roem bezorgde. Japin publiceerde dit boek pas na tien jaar onderzoek in Afrika, Weimar en Indonesië. 
Na De zwarte met het witte hart publiceerde Japin in 1998 een tweede verhalenbundel, De vierde wand. Het volgende boek had alles te maken met de verfilming door Ineke Smits van enkele van zijn magonische verhalen onder de titel Magonia. Onder diezelfde titel verscheen een reprise van de magonische verhalen, vermeerderd met het filmscenario en stills uit de film. 
Voorjaar 2002 verscheen zijn tweede roman, De droom van de leeuw, een exuberante literaire verbeelding van de jaren die Japin zelf doorbracht in cinematografische kringen in Rome. Anderhalf jaar later verscheen de derde roman van Japin, Een schitterend gebrek, die het succes van De zwarte met het witte hart in de Lage Landen nog overtrof. Het boek werd bekroond met de Libris Literatuurprijs en vond al honderdduizenden lezers. 
In 2006 schreef Arthur Japin het Boekenweekgeschenk, De grote wereld, over de liefde tussen Lemmy en Rosa, twee kleine mensen. Dit geschenk werd in een recordoplage door de boekhandel besteld om cadeau te kunnen geven aan de klanten. 
September 2007 verscheen De overgave, het op historische feiten gebaseerde, aangrijpende verhaal van een pioniersvrouw die in het gevecht om haar kinderen en kleinkinderen uiteindelijk het machtigste wapen moet leren hanteren: vergeving. In acht maanden tijd werden er al 175.000 exemplaren verkocht van deze historische roman. 
In augustus 2008 verscheen Zoals dat gaat met wonderen. Al vele jaren houdt Arthur Japin een dagboek bij waarin hij - aanvankelijk uitsluitend voor zichzelf - met grote regelmaat noteert wat hem bezielt. Zoals dat gaat met wonderen bevat een keuze uit de dagboeken geschreven tussen 2000 en 2007. 
In het najaar van 2010 verscheen Vaslav, een roman over de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski.Vaslav werd genomineerd voor de NS Publieksprijs en er werden al 150.000 exemplaren verkocht.
In de zomer van 2012 stond Arthur Japin voor het eerst sinds 26 jaar weer op de planken, in Veel gedoe om niks van William Shakespeare, door gezelschap De Utrechtse Spelen.
In september 2012 verscheen de roman Maar buiten is het feest, met als thematiek roem, liefde en de krassen op de ziel van iemand die ogenschijnlijk voor het geluk geboren is. In oktober 2013 is De man van je leven verschenen, een sprankelende comedy of errors over liefde, trouw, overspel en wraak. Japin schrijft niet alleen romans maar ook toneelstukken. In oktober 2013 is Absinthe in première gegaan onder regie van Gerardjan Reijnders, een stuk over De Tachtigers. Vanaf maart 2014 is in het DeLaMar in Amsterdam de toneelvoorstelling Vaslav te zien. 

Bron: http://www.arthurjapin.nl/web/biografie.htm

De eenzaamheid van de priemgetallen - Paulo Giordano

Recensie

Zelden heeft een schrijver zo'n spectaculair debuut gemaakt als de jonge Italiaan Paolo Giordano (1982). Bij het verschijnen van zijn roman De eenzaamheid van de priemgetallen werd hij door de kritiek binnengehaald als het grootste talent in jaren in Italië. Die lof werd vorige zomer nog eens bevestigd toen hem, als jongste schrijver ooit, de Premio Strega werd toegekend, de meest prestigieuze literaire prijs in Italië. In dat land zijn inmiddels meer dan achthonderdduizend exemplaren van zijn boek verkocht. Buitenlandse uitgevers stonden in de rij voor de vertaalrechten.

En, vraagt u nu natuurlijk: is het wat? Laat ik het meteen maar zeggen: ik begrijp de jubel in Italië volledig en vind die volkomen terecht. Wie op zo'n jeugdige leeftijd al zo'n rijpe, levenswijze en beheerst geschreven roman schrijft, is inderdaad een uitzonderlijk talent. Giordano's genade is dat hij al in zijn debuut zijn eigen toon en stem heeft gevonden. 

Wanneer hij in zijn ijzersterke openingshoofdstukken Alice en Mattia introduceert, heeft hij je meteen in zijn ban. Beiden hebben in hun kinderjaren een traumatische ervaring beleefd, die hen tot een vorm van eenzelvigheid heeft veroordeeld waar ze zich machteloos in verloren voelen. Als hun levens elkaar in hun puberteit kruisen, ontstaat een onalledaagse vriendschap tussen de eenzaamste figuren die je je kunt voorstellen. Later door Alice beschreven als 'een onzichtbare, elastische band die schuilging onder een hoop onbenulligheden, een band die alleen kon bestaan tussen mensen zoals zij: 'twee mensen die hun eigen eenzaamheid in de ander hadden herkend'.

In zeven episodes tussen 1983 en 2007 volgt Giordano de levens van Alice en Mattia, die zich tegen 'de mallemolen van het leven' proberen te verweren met respectievelijk een passie voor fotografie en de onderdompeling in de abstracte wereld van de wiskunde. In hun adolescentie verliezen ze elkaar uit het oog, maar kunnen ze elkaar niet vergeten. Zestien jaar na het begin van hun vriendschap volgt een weerzien, waar Giordano subtiel net geen happy end van maakt. 

De eenzaamheid van de priemgetallen is de roman van een bèta (als natuurkundige werkt Giordano aan een promotieonderzoek), geschreven met de gevoeligheid van een alfa. Een combinatie die treffend tot uiting komt in de schitterende titel. Die is ook nog eens een rake metafoor voor de existentiële positie van zijn personages. Lees hoe Mattia, een wiskundig genie, maar ongeschikt voor het leven, filosofeert over priemgetallen: 'Het zijn argwanende, eenzame getallen en daarom vond Mattia ze prachtig. Soms dacht hij dat ze per ongeluk in die rij waren terechtgekomen, dat ze erin vastzaten als pareltjes in een parelsnoer. Maar op andere momenten vermoedde hij dat ook zij misschien net zo hadden willen zijn als de andere, gewone getallen, maar dat ze daar om de een of andere reden niet toe in staat waren.'

Giordano verbeeldt de eigenaardige vriendschap tussen Alice en Mattia in scènes die juist door hun ingehouden emotie des te ontroerender hun onvermogen tot wezenlijk contact voelbaar maken. Eén van de hoogtepunten is de scène aan het eind van hun middelbareschooltijd waarin Alice spelenderwijs polaroidfoto's maakt van zichzelf in een trouwjurk en Mattia in pak. Als ze daar twaalf jaar later aan terugdenkt, beseft ze: 'Als ze een punt had kunnen kiezen waarop ze opnieuw mocht beginnen, dan zou het dat punt zijn geweest: Mattia en zij in een stille kamer, met hun binnenwerelden die aarzelden elkaar te raken, maar die precies in elkaar pasten.' 

Giordano's volmaakte beheersing zit niet alleen in de precisie van de taal, maar vooral ook in zijn toon. Daarmee bereikt hij dat over zijn hele roman een floers van eenzaamheid ligt, waardoor het boek ook door zijn vorm voelbaar maakt wat het wil mededelen. Als lezer moet je wel een heel koude kikker zijn om daar onberoerd onder te blijven. (ALLE LANSU)

Bron: http://www.parool.nl/parool/nl/26/boeken/article/detail/127961/2009/01/21/paolo-giordano---de-eenzaamheid-van-de-priemgetallen.dhtml

Over Paulo Giordano

Paolo Giordano is woonachtig in San Mauro Torinese, een klein dorp in de buurt van Turijn. De vader van Giordano is gynaecoloog, zijn moeder lerares Engels.
De jonge schrijver studeerde in 2007 cum laude af in natuurkunde. In een project dat mede gefinancierd werd door het Istituto Nazionale di Fisica Nucleare, bestudeerde hij met andere wetenschappers de eigenschappen van bottom quark-deeltjes.
Zijn eerste werk, De eenzaamheid van de priemgetallen, in het Italiaans La solitudine dei numeri primi, won verschillende prijzen, waaronder de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs de Premio Strega.
Bovendien kreeg de schrijver voor dit boek de Premio Campiello, de Premio Fiesole Narrativa Under 40, de Merck-Serono-prijs voor wetenschap en literatuur en de Premio letterario Frignano. Het boek dat uitkwam in 2008 werd in datzelfde jaar het meest verkochte boek in Italië. Er werden daar meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Het boek werd ook in andere landen een bestseller en is inmiddels in 22 talen vertaald. In 2009 werd een film gemaakt naar het boek met als regisseur Saverio Costanzo.
De schrijver publiceerde na zijn debuutroman nog enkele korte verhalen. Naar aanleiding van een bezoek aan Congo-Kinshasa in 2006 schreef Giordano een verhaal getiteldMundele (De Witte) dat op 16 mei 2008 officieel werd gepresenteerd op het festival Officina Italia en gepubliceerd werd in november 2008.
Zijn tweede roman, Il corpo umano, verscheen in 2013 onder de Nederlandse titel Het menselijk lichaam. Hierin blijft de jonge Italiaan trouw aan de onpretentieuze, bloedeloze maar trefzekere vertelstijl die zijn debuutroman zo typeerde. Hoge ogen gooit Giordano’s nieuwste vooral met de verhaalsetting: een militaire basis in het zuidwesten van Afghanistan. Na een initiële afzondering in Italië ten gevolge van het eclatante commerciële succes van De eenzaamheid van de priemgetallen, trok hij tweemaal als embeddedschrijver naar Afghanistan waar hij zoals het hoofdpersonage van Het menselijk lichaam, medisch luitenant Alessandro Egitto, het lief en leed van de troepen deelde.
In 2014 verscheen Il nero e l'argento, in hetzelfde jaar in Nederland verschenen als Het zwart en het zilver. Een jong stel neemt een huishoudster in dienst, Signora A. (onze Babette) omdat Nora, de aanstaande moeder tijdens haar zwangerschap aan bed gekluisterd is. Signora A. blijft ook na de geboorte bij het gezin, regelt alles; ze is huishoudster, oppas, vangt al hun onzekerheden op en zorgt als het ware voor hun relatie. Als Signora A. ziek wordt en sterft, vallen ze in een diep gat.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Paolo_Giordano

Samenvatting van het boek
Het boek heeft 6 hoofdstukken waarin ze steeds een tijdssprong maken. Het verhaal duurt in totaal 24 jaar. 
De sneeuwengel 1983:
Alice Della Rocca wordt elke dag door haar vader verplicht te gaan skiën, terwijl ze dit eigenlijk maar niets vindt. Op een mistige dag moet Alice plassen, maar niet alleen plassen iets meer, ze laat het per ongeluk lopen. hier schaamt ze zich voor en durft het dus ook niet aan haar leraar te melden. Ze zondert zich af van de rest van de groep om alleen naar beneden te skiën. Als ze naar beneden skiet, ziet ze het lint niet wat de piste afsluit van een kloof waar ze uiteindelijk, na dat ze door de lucht is gevlogen, in valt en niet meer uit komt. Haar gedachten gaan hun eigen leven leiden en worden steeds onlogischer. Ze roept om hulp omdat ze haar been niet kan bewegen, maar niemand komt.
De wet van Archimedes 1984:
De hoogbegaafde Mattia Balossino schaamt zich heel erg voor zijn verstandelijk gehandicapte tweelingzusje Michela. Mattia is opgewonden als hij hoort dat hij is uitgenodigd op een feestje van een populair klasgenootje. Maar zijn zusje moet ook mee van zijn moeder. Als Mattia langs een park loopt met zijn zusje, geeft hij haar de opdracht om op het bankje te blijven zitten, met de boodschap dat hij na een halfuurtje weer terug komt. Omdat Mattia weet dat Michela haar verstand niet helemaal ontwikkeld is, denkt hij dat hij makkelijk een kort dagje weg kan blijven, ze weet immers toch niet wat een halfuur inhoud. Wanneer het avond is herinnert Mattia zich opeens dat Michela nog alleen in het park zit en verlaat het feestje in doodsangst. Eenmaal bij het park aangekomen ziet hij dat Michela weg is. Mattia zoekt haar overal totdat hij zich herinnert dat ze veel van water hield, wat hij opmaakt uit een plotselinge flashback. Bij het riviertje steekt hij zichzelf met een stuk glas om zijn schuldgevoel te verminderen

Op de huid en net eronder 1991:
De complete school weet van Mattia zijn probleem doordat hij een keer met een scherp mesje bij biologie het mes tussen zijn vingers zette en omlaag trok. Mattia en Alice kennen elkaar alleen van gezicht, maar daar komt verandering in als de vriendin van Alice, Viola vindt dat ze een vriendje moet krijgen, daar heeft ze inmiddels de leeftijd voor vind Viola. Viola nodigt hem en zijn vriend Denis uit voor een feest bij haar thuis, Denis wil graag, maar Mattia heeft er zijn twijfels over hij gaat immers niet graag naar feestjes. Hij gaat pas wanneer hij zijn ouders hoort praten over hem met de mededeling dat ze denken dat Mattia geen vrienden heeft en denken dat hij op jongens valt. Ondertussen dwingt Alice haar huishoudster zich voor te doen als haar moeder om een tatoeage van een roosje te laten zetten. Precies dezelfde als Viola en op dezelfde plaats, ze wil er namelijk ook bij horen. Ze bedenkt zich vlak voor dat ze hem krijg, ze kiest toch voor een viooltje die voor de vriendschap van haar en Viola staat. Op het feest neemt Alice, Mattia mee naar een kamer, er gebeurt niets maar ze lopen wel hand in hand terug naar het feest. Dit is niet wat Viola wilde dat er ging gebeuren, ze is jaloers. Viola maakt Alice zwart bij de andere meisjes. Alice smeekt Mattia om het viooltje weg te snijden met een stuk glas, dat heeft hij toch niet gedaan. Denis die een oogje heeft op Mattia is ook teleurgesteld, hij dacht dat het wel want kon worden. 
De andere kamer 1995:
Alice begint met fotograferen. Ze maakt foto's van haar en Mattia, terwijl Mattia dit eigenlijk niet zo leuk vind. Later vraagt Mattia aan zijn examenleraar of hij zelf het onderwerp mag kiezen van zijn examenverslag. Mattia wil het perse over de Zeta van Riemann doen, iets van natuurkunde. Uiteindelijk laat de leraar dit toe. Maar dde leraar daagt hem uit, hij geeft hem een grote stapel priemgetallen mee om te ontraadselen. Als hem dit lukt, blijkt zijn talent voor wiskunde ver van het gemiddelde te liggen. 

In en uit het water 1998:
Mattia studeert af in wiskunde. Alice haar moeder ligt in het ziekenhuis, want ze heeft kanker gekregen. Hier leert Alice dokter Fabio kennen, ze gaat zich meer focussen op hem dan op haar moeder.
Later informeert iemand Alice over een schilderij van Mattia, hij verteld haar zijn geheim over zijn zusje, Michela. Ze zoenen elkaar en Mattia beseft dat hij van haar houd. Mattia krijgt later een aanbod als docent aan een hoge universiteit. Alice wil niet dat hij gaat, want ze is verliefd op hem. Maar Mattia denkt dat hij geen kans heeft bij haar en vertrekt toch. Later krijgt Alice toch een relatie met Fabio. Haar moeder sterft, maar dat doet haar niet zoveel.

Scherp gesteld 2003:
Alice gaat bij Marcello Crozza werken, een fotograaf voor gelegenheden als bruiloften. Als ze toevallig foto's mag maken op Viola Baí's haar huwelijk, vernietigt ze uit wraak het rolletje nadat ze het echtpaar veel te veel heeft laten doen.
Wat blijft 2007:
Fabio verlaat Alice, omdat ze geen kinderen kan krijgen door haar anorexia. Alice stort in en eet helemaal niets meer. Ondertussen is Mattia in Duitsland waar hij Nadia ontmoet, hij verliest zijn maagdelijkheid.
Alice stuurt Mattia een oude foto van haar en Mattia, met daarop de mededeling dat hij naar Italië moet komen. Ze zoenen weer met elkaar, maar Mattia heeft het idee dat dit niet meer de oude Alice is omdat ze de dingen die ze ooit deed om hem op zijn gemak te laten voelen niet meer deed. Hij is een nieuw leven begonnen, net als zij. Dus nemen ze afscheid waarna Mattia een briefje met het telefoonnummer van Nadia erop in zijn broekzak vindt. Hij lacht en loopt verder.

Bron: http://lisasuzannee.blogspot.nl/

Geachte heer M. - Herman Koch

Korte beschrijving

In Geachte heer M. – het langverwachte nieuwe boek van Herman Koch – had de eens zo gevierde schrijver M. zijn grootste succes met een roman over de geruchtmakende verdwijning van Jan Landzaat. Deze leraar geschiedenis verdween na een korte affaire met een bloedmooie leerlinge, en werd voor het laatst gezien bij het vakantiehuisje waar zij met haar nieuwe vriendje verbleef. De roman was een bestseller en betekende M.’s internationale doorbraak, maar nu, aan het eind van zijn carrière, raakt hij steeds meer in de vergetelheid. Maar niet bij zijn mysterieuze benedenbuurman, die M. scherp in de gaten houdt. Wat heeft hij met de verdwijningszaak te maken? Met vlijmscherpe pen vertelt Herman Koch het intrigerende verhaal van een aftakelende schrijver, twee verliefde tieners en een verdwenen leraar. Door de bestseller lijkt hun lot voor eeuwig met elkaar te zijn verbonden. Geachte heer M. is een grootse roman over jaloezie en afgunst, vriendschap en liefde. Met zijn wereldwijd geroemde scherpe blik ontziet Herman Koch ook nu weer niets en niemand.
    Bron: http://www.amboanthos.nl/boek/geachte-heer-m/
      Over Herman Koch

Van den Vos Reynaerde - Willem die Madocke Maecte

Over het boek

De thematiek 
Het thema van het verhaal is de hebzucht, list, leugens en bedrog. Iedereen wordt zo geleid door zijn hebzucht in het verhaal waardoor ze Reynaert steeds weer opnieuw vertrouwen. De leugens en het bedrog van Reynaert is het belangrijkste thema. Reynaert is erg slim en weet deze slimheid in te zetten om alles te doen wat hij wil en ondertussen te ontkomen aan de straf die hij ervoor verdient. Daarvoor bedriegt hij iedereen die hij kent. Hoewel de andere dieren weten dat hij een sluwe vos is, trappen ze toch elke keer weer in de val. 

De hoofdpersonen / personages:
Grimbeert: Dit is de neef van Reynaert en denkt hem wel over te kunnen halen. Dit lukt hem ook, maar niet perse omdat hij dat wil maar omdat Reynaert dat wil. Grimbeert accepteert het ook als Reynaert zijn zonden belijdt. Ook dit is een fout van hem, want Reynaert is erg vals en weet ook zijn neef te bespelen door te doen alsof hij zich bekeert.
Koning Nobel: In dit verhaal merk je dat de koning Nobel erg beïnvloedbaar is door wat hem vertelt wordt. Hij luistert te veel naar zijn vrouw en trapt daardoor ook in de val van Reynaert. 
Bruun de beer: Bruun is een voorbeeld van kracht maar geen kennis. Hij is een sterk dier maar laat zich makkelijk in de val lokken. Hij kan zich niet inhouden als hij hoort van honing en zet de taak om Reynaert naar het hof te brengen opzij om eerst zijn honger te stillen. Hij denkt niet na over de locatie van de honing en de gevolgen die het zou kunnen hebben als hij niet eerst zijn taak uitvoert.
Reynaerde: Hij is een slim en sluw dier. Hij weet veel van alle dieren af en zet zijn kennis in om hen te misleiden. Hij gebruikt hun eigen zwakheden om die tegen hen in te zetten. Zo weet hij bv dat de beer van honing houdt en daarvoor wel zal zwichten. Ook weet hij dat Tybeert de kuikentjes niet zal kunnen laten gaan. Hij weet wat boetedoening voor de bevolking van het dierenrijk betekent en zet ook dit in om te ontkomen aan de dood. Hij is een hele slimme, sluwe en doortrapte vos.

Mening beoordeling van het boek
Doordat het verhaal op rijm is geschreven, zit er een ritme in de tekst. Het is geschreven met veel symboliek in de zinnen die je leest. Er zitten mooie metaforen en vergelijkingen in die verwijzingen zijn naar de werkelijkheid. Niet alleen in de gebeurtenissen maar ook in de namen. Door je in het verhaal te verdiepen kun je je in de tijd van de middeleeuwen wanen en deze beter begrijpen. Het is een heel erg leuk verhaal om te lezen, met ook een duidelijk thematieke boodschap. Het is natuurlijk een beroemd verhaal uit de dertiende eeuw, oorspronkelijk gemaakt door een zekere Willem. De verhalen waren in die tijd toen overigens niet bedoeld om gelezen te worden, de verhalen werden uit het hoofd geleerd om dan te worden voorgedragen. Dat verklaart ook waarom ze heel ritmisch zijn en op rijm staan. Ritme en rijm maken dan ook dat dit verhaal makkelijk te begrijpen is en dat er gelijk een goed beeld van is. Dat het een goed verhaal is blijkt uit het feit dat het verhaal nog steeds erg populair is en inmiddels in heel veel verschillende versies en uitgaven is / zijn uitgebracht. Zo is er ook een toneelvoorstelling van Reynaert de Vos en zijn er vele moderne versies film en boekmateriaal verschenen.

    Over de auteur


Een belangrijk deel van datgene wat Willem zijn publiek wilde vertellen openbaart zich niet aan mensen die zijn werk vanuit een passieve consumentenhouding benaderen. Zeker niet aan ons die meer dan zeven eeuwen later leven dan deze auteur. Het doorgronden van het versluierde is een belangrijke voorwaarde voor het ervaren van de rijke beleving die zijn dierenepos ons te bieden heeft. Dat vergt inspanning en soms raken we het spoor dan ook nog helemaal bijster. Meteen al in de inleiding van Van den Vos Reynaerde kan een complexe verborgen inhoud opgemerkt worden:



Willem stelt dus dat hij zijn Van den Vos Reynaerde in opdracht van een dame geschreven heeft. Hij vermeldt dit in een proloog die nogal wat vragen oproept. Het woord 'Al' in de zin "Al begripic die grongaerde" is syntactisch niet sterk. Verder komt het bekritiseren van kinkels en dwazen ook al eerder in de inleiding voor. En wil de schrijver mensen die zich vol inzet met eervolle zaken bezighouden nu werkelijk oproepen om welgemanierd te leven?  Hoe kan dit alles, terwijl schrijver Willem zelf zeker niet tot "die dopren ende die doren'' gerekend kan worden.

Wanneer we het vreemd toegepaste woordje 'Al' nemen en daar de eerste letters van de vier daaraanvolgende zinnen toevoegen, dan verschijnt de naam 'Aleide'. Door middel van dit acrostichon maakt Willem satirisch gebruik van de gewoonte om een literair werk op te dragen aan een dame die een vooraanstaande plaats inneemt in de samenleving. Hij drijft daarmee de spot omdat hij zijn Van den Vos Reynaerde opdraagt aan een vijand van zijn landsvrouwe Margaretha van Constantinopel (als we er van uitgaan dat Willem bij haar in dienst was dan krijgt zijn spot nog een extra dimensie). Deze Aleide was namelijk getrouwd met Jan I van Avesnes, een prominente edelman die op voet van oorlog leefde met zijn moeder gravin Margaretha (zie: De Vlaams-Henegouwse Successieoorlog). Bovendien was Aleide de zus van de graaf van Holland, Rooms koning Willem II, eveneens een belangrijke tegenstrever van Margaretha van Constantinopel.

Maar wat kunnen we aanvangen met dat onlogische "Ic wille dat die ghene horen die gherne pleghen der eeren"?
Het West-Vlaams is de streektaal die de meeste kenmerken van het Middelnederlands heeft behouden. Het leverde indertijd een belangrijke bijdrage aan standaardisering van het Middelnederlands. Daarin speelde de handelsstad Brugge een hoofdrol. In deze streektaal blijft, evenals in het Brabants, de h nogal eens onuitgesproken. Als we dit taalkundig fenomeen toepassen op het woordje 'eeren' uit voornoemde zin, dan staat er "Ik wil dat diegenen luisteren die graag de heren verwennen."

Willem is een meesterlijk satiricus en verteller.


Bron: http://www.muziektheater.info/Willem%20die%20Madocke%20maecte.htm


Samenvatting

Hofdag in het dierenrijk; bijna alle dieren klagen bij koning Nobel over de streken die Reinaert de vos hun heeft geleverd. Maar hoe krijg je een listige vos zover dat hij zich vrijwillig aan een gerechtelijke procedure onderwerpt? Bruun de beer en Tibeert de kater, die er achtereenvolgens opuit worden gestuurd om de vos te dagvaarden, ondervinden aan den lijve dat dat niet eenvoudig is. Nadat beide meer dood dan levend aan het hof zijn teruggekeerd, slaagt Grimbeert de das er ten slotte in Reinaert mee te krijgen naar het hof. Daar wordt hij in staat van beschuldiging gesteld en ter dood veroordeeld. Zijn aartsvijanden Bruun, Tibeert en Isengrijn de wolf vertrekken om de galg in orde te maken. Onderwijl weet Reinaert koning Nobel met een prachtig leugenverhaal wijs te maken dat juist deze drie dieren gestraft moeten worden, en dat hijzelf onschuldig is. Als hij dan ook nog terloops een schat ter sprake brengt, is de koning - en vooral de koningin - snel overtuigd: Reinaert wordt vrijgesproken. In de ontknoping van het verhaal maakt Reinaert opnieuw enkele slachtoffers. Koning Nobel en zijn hof blijven verslagen en gedesillusioneerd achter.

Van den vos Reynaerde is geschreven in de dertiende eeuw, toen de ridderliteratuur nog volop bloeide. De vos spot met alles en iedereen uit die ridderwereld. De koning is zo begerig naar de niet bestaande schat waarover Reinaert spreekt, dat hij de vos gelooft en zijn trouwe vazallen afvalt. Bruun, die als boodschapper door de koning op pad wordt gestuurd om Reinaert op te halen, vergeet zijn opdracht als de vos over honing praat. De hovelingen worden gedreven door gulzigheid, wellust en honger naar macht en Reinaert maakt daar gebruik van om zijn doel te bereiken. Hij was een doortrapte schurk. De sluwe vos werd door de schrijver van dit verhaal gebruikt om zijn publiek telkens op het verkeerde been te zetten. De ene keer wekt hij bewondering door zijn slimheid, dan weer roept hij afschuw op door de manier waarop hij anderen te grazen neemt.
De schrijver van dit verhaal maakt zich meteen in de eerste regel bekend: ‘Willem die Madocke maecte’. We kennen dus zijn voornaam, Willem, en we weten dat hij deMadoc schreef, een boek waarvan geen snipper bewaard is gebleven. Van den vos Reynaerde is een heel vrije bewerking van Franse verhalen over de vos Renart. Willem heeft dit zo meesterlijk gedaan, dat hij wel een groot schrijver geweest moet zijn. Dit maakt het des te spijtiger dat zijn andere boek verloren is gegaan.

Bron: http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/middeleeuwen/literatuurgeschiedenis/lgme042.html