maandag 16 februari 2015

Louis Couperus - de Stille Kracht

      Over de auteur

De Nederlandse regisseur Paul Verhoeven wijkt voor de opnames van zijn nieuwe film De Stille Kracht van Indonesië uit naar Thailand, doordat het politieke klimaat in Indonesië niet geschikt is voor de opnames. De stille kracht is een verfilming van de Indische roman van de Nederlandse schrijver Louis Couperus uit 1900. Een bekende uitspraak van Couperus is: “zoo ik iéts ben, ben ik een Hagenaar”, maar hoe zit het met zijn interesse in Nederlands-Indië?
Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in een Nederlandse patricische familie die sterke banden had met Nederlands-Indië. Zijn vader John Couperus was lid van de Raad van Justitie in Padang, voordat hij in 1846 dezelfde positie bekleedde in Batavia. In 1850 werd John Couperus raadsheer van het Hoge Gerechtshof in Batavia. Louis’ overgrootvader Abraham Couperus was een welvarende koopman en later gouverneur van Nederlands-Malakka en Louis’ moeder Catharina Reijnst had ook een Indische connectie. Haar vader Jan Reijnst was waarnemend Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Indië was voor Couperus een soort land van herkomst. Hij had dit gemeen met veel andere Hagenaars die banden hadden met de kolonie; of ze kwamen er net vandaan of gingen er net heen, of zij hadden er familieleden wonen.

Leven in Nederlands-Indië

Door zijn familiebanden en de zes jaar die hij in zijn jeugd in Batavia woonde, wist Couperus veel af van het leven in de kolonie. Ondanks dat hij zelf in Den Haag was geboren voelde hij een sterke verbondenheid met Indië. Couperus maakte in 1899 voor de tweede keer een reis naar Indië. Hier verbleef hij een tijd bij zijn zuster Trudy en haar man Gerard Valette, Resident in Pasoeroean. Couperus kwam via Valette in aanraking met de koloniale heersende klasse en kreeg via zijn zwager een inkijkje in de “psyche der hoogere ambtenaren”. Valette was een grote hulp voor Couperus tijdens het schrijven van De stille kracht en Couperus gaf later aan dat hij zonder Valettes steun het boek nooit had durven te schrijven.

Stille kracht

Naar aanleiding van deze reis schreef hij de roman De stille kracht, over de tegenstellingen tussen Oost en WestHet boek verhaalt over Otto van Oudijck, een hoge Nederlandse koloniale ambtenaar, die te maken krijgt met een zogenaamde ‘stille kracht’ die hem tegenwerkt. Ondanks hun militaire superioriteit kunnen de Nederlanders namelijk geen grip krijgen op de mysterieuze Javaanse cultuur en op het Javaanse verzet tegen de Nederlandse overheersing. Hoewel Otto in eerste instantie het bestaan van de ‘stille kracht’ niet onderkent voelt hij wel dat er iets mysterieus rondwaart op Java. Zo is hij heel ontvankelijk voor “den geheimzinnigen weemoed der Indische zeeën”. Otto krijgt nadat hij een pasar malam, een soort avondmarkt, op de verkeerde datum houdt en het geven van een offermaal voor het slaan van een nieuwe put verzuimt, te maken met mysterieuze gebeurtenissen. Zo bedriegt zijn tweede vrouw hem met zijn zoon uit zijn eerste huwelijk, breken glazen spontaan in kleine stukjes en wordt de Nederlandse buurt in Batavia opgeschrikt door mysterieus kindergehuil. Otto trekt zich uiteindelijk terug uit het koloniale leven, waarna hij toegeeft verslagen te zijn door de ‘stille kracht’.

Ontvangst

De stille kracht werd meteen bij publicatie al een populair boek en wordt nu nog, samen met Max Havelaar, gezien als één van de grootste Indische romans. Het boek werd vooral geprezen vanwege de thema’s en motieven die het behandelt, die zo treffend zijn voor de Indische literatuur. Van de onderlinge relaties binnen de koloniale heersend klasse en de verhoudingen tussen de Nederlanders en de Indiërs, tot de opkomst van de islam en de feodale sfeer in het deftige Batavia, allemaal zijn zij uniek voor de Indische literatuur. Couperus zou zelf na de verschijning van De stille kracht nog enkele boeken schrijven over Indië, zoals Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan uit 1906, waarin hij de invloed van een moord in Indië op vier verschillende generaties beschrijft.

Laatste reis naar Indië

Couperus bracht in 1921 voor de laatste keer een bezoek aan Nederlands-Indië. Samen met zijn vrouw Elisabeth maakte hij als speciaal correspondent van de Haagsche Post een rondreis langs Japan en Indië. Als oogst van deze reis verschenen de boeken Oostwaarts en Nippon, waarin de 41 reisverslagen die hij schreef voor deHaagsche Post zijn opgenomen. De boeken werden postuum uitgegeven, na Couperus’ dood op 16 juli 1923.
De stille kracht kenmerkt zich door enkele seksueel getinte scènes en de beschrijving van verschillende occultistische gebeurtenissen. Door de grote islamitische invloed op de politiek in Indonesië kan dit voor problemen zorgen, waardoor regisseur Paul Verhoeven zich genoodzaakt ziet voor de opnames uit te wijken naar Thailand.
Bron: http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/de-stille-kracht-en-de-indische-banden-van-louis-couperus/
   Samenvatting van de Stille Kracht

De stille kracht (1900) is een boek van de Nederlandse schrijver Louis Couperus. Het behoort met Noodlot en Eline Vere tot zijn bekendste werken. Het centrale thema in het boek is de tegenstelling tussen Oost en West. De Nederlanders op Java zijn weliswaar militair superieur, maar komen in contact met de mysterieuze Javaanse cultuur en zaken waar ze niets van begrijpen. De "stille kracht" die de Nederlanders tegenwerkt, is een symbool voor de mysterieuze Javaanse cultuur en het onafwendbare Javaanse verzet tegen de Nederlandse overheersing, dat minder dan 50 jaar na het verschijnen van het boek zou leiden tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Otto van Oudijck is resident in Laboewangi op Java. Als Nederlands bestuurder staat hij in deze hoedanigheid min of meer boven de lokale adel die haar oude machtspositie behoudt. Zijn werk is alles voor hem en hij beseft dan ook niet dat zijn tweede vrouw Leonie hem achter zijn rug om bedriegt met Theo, zijn zoon uit zijn eerste huwelijk. Zijn dochter Doddy heeft stiekem een vriendje, Addy DeLuce, waarmee ze vaak 's avonds gaat wandelen. Wat Doddy en Otto echter niet weten, is dat Leonie ondertussen ook nog een relatie onderhoudt met Addy.

Otto heeft een aantal conflicten met het lokale bestuur. Bovendien negeert hij een aantal lokale gebruiken. Een pasar malam wordt op de verkeerde datum gehouden en voor een nieuwe put wordt verzuimd een offermaal te geven. Waarschuwingen uit de "geestenwereld" worden door Otto als bijgeloof afgedaan.

Een mysterieuze "stille kracht" doet zich gelden. Wanneer Leonie in bad gaat wordt ze vanaf het dak op mysterieuze wijze bespoten met sirih (rode kleurstof). Ze raakt in paniek en haar Indonesische dienstmeid Oerip moet haar kalmeren. En hier blijft het niet bij. Een spiegel wordt door een grote steen vernield, Otto’s bed wordt bevuild, glazen breken spontaan in kleine stukjes, de whisky is bedorven en er klinkt hamergeluid. Otto probeert een verklaring te zoeken, maar vindt niets. Inmiddels horen andere Nederlanders kindergehuil.

Heel Laboewangi spreekt over de vreemde gebeurtenissen. Otto, wiens reputatie op het spel staat, zet nu soldaten in om het huis uit te kammen en laat de badkamer afbreken. Het hele huis wordt schoongemaakt en na een gesprek met de regent houden ook de mysterieuze verschijnselen op. Otto heeft het gevoel de zaken weer in de hand te hebben en voelt zich oppermachtig.

Maar de intriges blijven verdergaan en Otto's familieleven verzieken. Hij wordt uiteindelijk ziek en begint te geloven dat er daadwerkelijk een "stille kracht" bestaat die heel wat sterker is dan hij. Leonie en beide kinderen vertrekken uiteindelijk naar Europa. Otto neemt ontslag en gaat een teruggetrokken leven leiden met een Indonesische vrouw. In een laatste gesprek met zijn kennis Eva Eldersma erkent Otto de stille kracht die hem uiteindelijk heeft verslagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten