maandag 16 februari 2015

De eenzaamheid van de priemgetallen - Paulo Giordano

Recensie

Zelden heeft een schrijver zo'n spectaculair debuut gemaakt als de jonge Italiaan Paolo Giordano (1982). Bij het verschijnen van zijn roman De eenzaamheid van de priemgetallen werd hij door de kritiek binnengehaald als het grootste talent in jaren in Italië. Die lof werd vorige zomer nog eens bevestigd toen hem, als jongste schrijver ooit, de Premio Strega werd toegekend, de meest prestigieuze literaire prijs in Italië. In dat land zijn inmiddels meer dan achthonderdduizend exemplaren van zijn boek verkocht. Buitenlandse uitgevers stonden in de rij voor de vertaalrechten.

En, vraagt u nu natuurlijk: is het wat? Laat ik het meteen maar zeggen: ik begrijp de jubel in Italië volledig en vind die volkomen terecht. Wie op zo'n jeugdige leeftijd al zo'n rijpe, levenswijze en beheerst geschreven roman schrijft, is inderdaad een uitzonderlijk talent. Giordano's genade is dat hij al in zijn debuut zijn eigen toon en stem heeft gevonden. 

Wanneer hij in zijn ijzersterke openingshoofdstukken Alice en Mattia introduceert, heeft hij je meteen in zijn ban. Beiden hebben in hun kinderjaren een traumatische ervaring beleefd, die hen tot een vorm van eenzelvigheid heeft veroordeeld waar ze zich machteloos in verloren voelen. Als hun levens elkaar in hun puberteit kruisen, ontstaat een onalledaagse vriendschap tussen de eenzaamste figuren die je je kunt voorstellen. Later door Alice beschreven als 'een onzichtbare, elastische band die schuilging onder een hoop onbenulligheden, een band die alleen kon bestaan tussen mensen zoals zij: 'twee mensen die hun eigen eenzaamheid in de ander hadden herkend'.

In zeven episodes tussen 1983 en 2007 volgt Giordano de levens van Alice en Mattia, die zich tegen 'de mallemolen van het leven' proberen te verweren met respectievelijk een passie voor fotografie en de onderdompeling in de abstracte wereld van de wiskunde. In hun adolescentie verliezen ze elkaar uit het oog, maar kunnen ze elkaar niet vergeten. Zestien jaar na het begin van hun vriendschap volgt een weerzien, waar Giordano subtiel net geen happy end van maakt. 

De eenzaamheid van de priemgetallen is de roman van een bèta (als natuurkundige werkt Giordano aan een promotieonderzoek), geschreven met de gevoeligheid van een alfa. Een combinatie die treffend tot uiting komt in de schitterende titel. Die is ook nog eens een rake metafoor voor de existentiële positie van zijn personages. Lees hoe Mattia, een wiskundig genie, maar ongeschikt voor het leven, filosofeert over priemgetallen: 'Het zijn argwanende, eenzame getallen en daarom vond Mattia ze prachtig. Soms dacht hij dat ze per ongeluk in die rij waren terechtgekomen, dat ze erin vastzaten als pareltjes in een parelsnoer. Maar op andere momenten vermoedde hij dat ook zij misschien net zo hadden willen zijn als de andere, gewone getallen, maar dat ze daar om de een of andere reden niet toe in staat waren.'

Giordano verbeeldt de eigenaardige vriendschap tussen Alice en Mattia in scènes die juist door hun ingehouden emotie des te ontroerender hun onvermogen tot wezenlijk contact voelbaar maken. Eén van de hoogtepunten is de scène aan het eind van hun middelbareschooltijd waarin Alice spelenderwijs polaroidfoto's maakt van zichzelf in een trouwjurk en Mattia in pak. Als ze daar twaalf jaar later aan terugdenkt, beseft ze: 'Als ze een punt had kunnen kiezen waarop ze opnieuw mocht beginnen, dan zou het dat punt zijn geweest: Mattia en zij in een stille kamer, met hun binnenwerelden die aarzelden elkaar te raken, maar die precies in elkaar pasten.' 

Giordano's volmaakte beheersing zit niet alleen in de precisie van de taal, maar vooral ook in zijn toon. Daarmee bereikt hij dat over zijn hele roman een floers van eenzaamheid ligt, waardoor het boek ook door zijn vorm voelbaar maakt wat het wil mededelen. Als lezer moet je wel een heel koude kikker zijn om daar onberoerd onder te blijven. (ALLE LANSU)

Bron: http://www.parool.nl/parool/nl/26/boeken/article/detail/127961/2009/01/21/paolo-giordano---de-eenzaamheid-van-de-priemgetallen.dhtml

Over Paulo Giordano

Paolo Giordano is woonachtig in San Mauro Torinese, een klein dorp in de buurt van Turijn. De vader van Giordano is gynaecoloog, zijn moeder lerares Engels.
De jonge schrijver studeerde in 2007 cum laude af in natuurkunde. In een project dat mede gefinancierd werd door het Istituto Nazionale di Fisica Nucleare, bestudeerde hij met andere wetenschappers de eigenschappen van bottom quark-deeltjes.
Zijn eerste werk, De eenzaamheid van de priemgetallen, in het Italiaans La solitudine dei numeri primi, won verschillende prijzen, waaronder de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs de Premio Strega.
Bovendien kreeg de schrijver voor dit boek de Premio Campiello, de Premio Fiesole Narrativa Under 40, de Merck-Serono-prijs voor wetenschap en literatuur en de Premio letterario Frignano. Het boek dat uitkwam in 2008 werd in datzelfde jaar het meest verkochte boek in Italië. Er werden daar meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Het boek werd ook in andere landen een bestseller en is inmiddels in 22 talen vertaald. In 2009 werd een film gemaakt naar het boek met als regisseur Saverio Costanzo.
De schrijver publiceerde na zijn debuutroman nog enkele korte verhalen. Naar aanleiding van een bezoek aan Congo-Kinshasa in 2006 schreef Giordano een verhaal getiteldMundele (De Witte) dat op 16 mei 2008 officieel werd gepresenteerd op het festival Officina Italia en gepubliceerd werd in november 2008.
Zijn tweede roman, Il corpo umano, verscheen in 2013 onder de Nederlandse titel Het menselijk lichaam. Hierin blijft de jonge Italiaan trouw aan de onpretentieuze, bloedeloze maar trefzekere vertelstijl die zijn debuutroman zo typeerde. Hoge ogen gooit Giordano’s nieuwste vooral met de verhaalsetting: een militaire basis in het zuidwesten van Afghanistan. Na een initiële afzondering in Italië ten gevolge van het eclatante commerciële succes van De eenzaamheid van de priemgetallen, trok hij tweemaal als embeddedschrijver naar Afghanistan waar hij zoals het hoofdpersonage van Het menselijk lichaam, medisch luitenant Alessandro Egitto, het lief en leed van de troepen deelde.
In 2014 verscheen Il nero e l'argento, in hetzelfde jaar in Nederland verschenen als Het zwart en het zilver. Een jong stel neemt een huishoudster in dienst, Signora A. (onze Babette) omdat Nora, de aanstaande moeder tijdens haar zwangerschap aan bed gekluisterd is. Signora A. blijft ook na de geboorte bij het gezin, regelt alles; ze is huishoudster, oppas, vangt al hun onzekerheden op en zorgt als het ware voor hun relatie. Als Signora A. ziek wordt en sterft, vallen ze in een diep gat.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Paolo_Giordano

Samenvatting van het boek
Het boek heeft 6 hoofdstukken waarin ze steeds een tijdssprong maken. Het verhaal duurt in totaal 24 jaar. 
De sneeuwengel 1983:
Alice Della Rocca wordt elke dag door haar vader verplicht te gaan skiën, terwijl ze dit eigenlijk maar niets vindt. Op een mistige dag moet Alice plassen, maar niet alleen plassen iets meer, ze laat het per ongeluk lopen. hier schaamt ze zich voor en durft het dus ook niet aan haar leraar te melden. Ze zondert zich af van de rest van de groep om alleen naar beneden te skiën. Als ze naar beneden skiet, ziet ze het lint niet wat de piste afsluit van een kloof waar ze uiteindelijk, na dat ze door de lucht is gevlogen, in valt en niet meer uit komt. Haar gedachten gaan hun eigen leven leiden en worden steeds onlogischer. Ze roept om hulp omdat ze haar been niet kan bewegen, maar niemand komt.
De wet van Archimedes 1984:
De hoogbegaafde Mattia Balossino schaamt zich heel erg voor zijn verstandelijk gehandicapte tweelingzusje Michela. Mattia is opgewonden als hij hoort dat hij is uitgenodigd op een feestje van een populair klasgenootje. Maar zijn zusje moet ook mee van zijn moeder. Als Mattia langs een park loopt met zijn zusje, geeft hij haar de opdracht om op het bankje te blijven zitten, met de boodschap dat hij na een halfuurtje weer terug komt. Omdat Mattia weet dat Michela haar verstand niet helemaal ontwikkeld is, denkt hij dat hij makkelijk een kort dagje weg kan blijven, ze weet immers toch niet wat een halfuur inhoud. Wanneer het avond is herinnert Mattia zich opeens dat Michela nog alleen in het park zit en verlaat het feestje in doodsangst. Eenmaal bij het park aangekomen ziet hij dat Michela weg is. Mattia zoekt haar overal totdat hij zich herinnert dat ze veel van water hield, wat hij opmaakt uit een plotselinge flashback. Bij het riviertje steekt hij zichzelf met een stuk glas om zijn schuldgevoel te verminderen

Op de huid en net eronder 1991:
De complete school weet van Mattia zijn probleem doordat hij een keer met een scherp mesje bij biologie het mes tussen zijn vingers zette en omlaag trok. Mattia en Alice kennen elkaar alleen van gezicht, maar daar komt verandering in als de vriendin van Alice, Viola vindt dat ze een vriendje moet krijgen, daar heeft ze inmiddels de leeftijd voor vind Viola. Viola nodigt hem en zijn vriend Denis uit voor een feest bij haar thuis, Denis wil graag, maar Mattia heeft er zijn twijfels over hij gaat immers niet graag naar feestjes. Hij gaat pas wanneer hij zijn ouders hoort praten over hem met de mededeling dat ze denken dat Mattia geen vrienden heeft en denken dat hij op jongens valt. Ondertussen dwingt Alice haar huishoudster zich voor te doen als haar moeder om een tatoeage van een roosje te laten zetten. Precies dezelfde als Viola en op dezelfde plaats, ze wil er namelijk ook bij horen. Ze bedenkt zich vlak voor dat ze hem krijg, ze kiest toch voor een viooltje die voor de vriendschap van haar en Viola staat. Op het feest neemt Alice, Mattia mee naar een kamer, er gebeurt niets maar ze lopen wel hand in hand terug naar het feest. Dit is niet wat Viola wilde dat er ging gebeuren, ze is jaloers. Viola maakt Alice zwart bij de andere meisjes. Alice smeekt Mattia om het viooltje weg te snijden met een stuk glas, dat heeft hij toch niet gedaan. Denis die een oogje heeft op Mattia is ook teleurgesteld, hij dacht dat het wel want kon worden. 
De andere kamer 1995:
Alice begint met fotograferen. Ze maakt foto's van haar en Mattia, terwijl Mattia dit eigenlijk niet zo leuk vind. Later vraagt Mattia aan zijn examenleraar of hij zelf het onderwerp mag kiezen van zijn examenverslag. Mattia wil het perse over de Zeta van Riemann doen, iets van natuurkunde. Uiteindelijk laat de leraar dit toe. Maar dde leraar daagt hem uit, hij geeft hem een grote stapel priemgetallen mee om te ontraadselen. Als hem dit lukt, blijkt zijn talent voor wiskunde ver van het gemiddelde te liggen. 

In en uit het water 1998:
Mattia studeert af in wiskunde. Alice haar moeder ligt in het ziekenhuis, want ze heeft kanker gekregen. Hier leert Alice dokter Fabio kennen, ze gaat zich meer focussen op hem dan op haar moeder.
Later informeert iemand Alice over een schilderij van Mattia, hij verteld haar zijn geheim over zijn zusje, Michela. Ze zoenen elkaar en Mattia beseft dat hij van haar houd. Mattia krijgt later een aanbod als docent aan een hoge universiteit. Alice wil niet dat hij gaat, want ze is verliefd op hem. Maar Mattia denkt dat hij geen kans heeft bij haar en vertrekt toch. Later krijgt Alice toch een relatie met Fabio. Haar moeder sterft, maar dat doet haar niet zoveel.

Scherp gesteld 2003:
Alice gaat bij Marcello Crozza werken, een fotograaf voor gelegenheden als bruiloften. Als ze toevallig foto's mag maken op Viola Baí's haar huwelijk, vernietigt ze uit wraak het rolletje nadat ze het echtpaar veel te veel heeft laten doen.
Wat blijft 2007:
Fabio verlaat Alice, omdat ze geen kinderen kan krijgen door haar anorexia. Alice stort in en eet helemaal niets meer. Ondertussen is Mattia in Duitsland waar hij Nadia ontmoet, hij verliest zijn maagdelijkheid.
Alice stuurt Mattia een oude foto van haar en Mattia, met daarop de mededeling dat hij naar Italië moet komen. Ze zoenen weer met elkaar, maar Mattia heeft het idee dat dit niet meer de oude Alice is omdat ze de dingen die ze ooit deed om hem op zijn gemak te laten voelen niet meer deed. Hij is een nieuw leven begonnen, net als zij. Dus nemen ze afscheid waarna Mattia een briefje met het telefoonnummer van Nadia erop in zijn broekzak vindt. Hij lacht en loopt verder.

Bron: http://lisasuzannee.blogspot.nl/

2 opmerkingen:

  1. Het was een moeilijk begin, het verhaallijn wisselde vaak af. Maar al gauw kon ik niet meer stoppen met lezen. De auteur schrijft zo vlot! Ik wilde graag weten hoe de puzzelstukjes in elkaar vallen..

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik moest het boek verplicht lezen, anders was ik er nooit in begonnen. In het begin vond ik het wel wat verwarrend door de 2 verhaallijnen die telkens elkaar afwisselden. Maar toen ik het door had las ik het boek al snel uit. Ik had eerst geen enkel idee hoe de schrijver de levens van Alice en Mattia met elkaar in verband zou brengen. Maar Paolo Giordano heeft dat perfect gedaan. Het boek is een echte aanrader, ook als je niet graag boeken leest zoals mij.

    BeantwoordenVerwijderen