donderdag 27 maart 2014

Praktische opdracht voor geschiedenis.


Over de laatste tyfoon

Gemaakt door Fenna de Hollander en Pauline de Groot.



Informatie over de auteur


Graa Boomsma werd op 15 februari 1953 geboren in Nieuwe Niedorp in Friesland. Hij studeerde algemene literatuurwetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en publiceerde zijn eerste boek in 1980, dit boek heette Mandala. Graa Boomsma is bekend als romanschrijver, dichter, literatuurcriticus en vertaler.

Het boek De Laatste Tyfoon heeft Graa Boomsma geschreven in 1992. Hoewel het boek een roman is, is het gebaseerd op het verhaal van de vader van Graa Boomsma. Zijn vader vertrok namelijk vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog naar Indonesië om daar met al zijn medesoldaten te vechten. Hij was er van overtuigd dat hij en de rest van de soldaten de Indonesiërs vrij snel weer onder controle zouden hebben. Zij wilden graag snel wel naar huis. Tegenwoordig weten we wel anders, want niets was minder waar. In Indonesië ontstond een guerrillaoorlog die een paar jaar zou duren. Ook de vader van Graa Boomsma vocht mee in Indonesië, aan de kant van Nederland, en toen hij na meer dan twee jaar terugkwam was hij een ander mens geworden. Hij heeft thuis weinig over zijn ervaringen tijdens die oorlog verteld en daarom is Graa Boomsma op zoek gegaan naar zijn verhaal. Het is uiteindelijk een roman geworden, omdat Graa Boomsma nooit precies zal weten wat zijn vader heeft meegemaakt tijdens die oorlog op Java. De schrijver heeft de plekken bezocht waar zijn vader is geweest, zodat hij zich beter kon inleven in het schrijven van het verhaal. Graa Boomsma heeft de historische feiten gebruikt om zo een verhaal te kunnen samenstellen over wat zijn vader meegemaakt zou kunnen hebben, maar of het de waarheid is…

“Ze waren geen SS'ers, nee, ook al konden ze door de dingen die ze deden er wel degelijk mee worden vergeleken.”  Voor deze uitspraak werd Graa Boomsma in 1994 aangeklaagd door een oud-Indië-veteraan. Deze veteraan vond dat Graa Boomsma met deze uitspraak het Nederlandse leger wilde vergelijken met de Duitse SS’ers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Graa Boomsma is uiteindelijk vrijgesproken.



De inhoud van het boek


Het boek de laatste tyfoon gaat over Nederlands-Indië in de periode van het jaar 1945 tot ongeveer het jaar 1950. De hoofdpersoon van het boek is Kerst. In 1946 wordt Kerst opgeroepen om met een schip naar Nederlands-Indië te gaan. Hij en nog meer troepen jonge jongens moeten de orde handhaven in Nederlands-Indië, veroorzaakt door de overgave van Japan. De jonge soldaten stappen op het schip naar Nederlands-Indië met het idee rust in de kolonie te brengen, door vredesoperaties te verrichten. Echter, er worden verzetsstrijders vermoord en er worden hele dorpen uitgebrand. Ook onschuldige mensen komen in aanraking met het brute geweld van de Nederlandse troepen. Kerst heeft zijn verloofde Zwaantje beloofd om zo vaak mogelijk een brief te schrijven, helaas weet hij na alle gruwelijkheden niet meer wat hij haar moet schrijven. Hij zwijgt over de situatie in Nederlands-Indië. Een van zijn soldatenvrienden sterft. Hij weet op een gegeven moment niet meer hij de situatie waarin hij zich bevindt een plek moet geven.
In 1949 mag Kerst weer terug naar Nederland. Wegens pokken duurt de reis langer dan gedacht. Eenmaal in Nederland voelt hij zich vervreemdt, toch trouwt hij met Zwaantje. Zwaantje is op dat moment samen met Kerst in verwachting van haar eerste kindje. Aan het einde van het boek bevalt ze van een zoon. In het boek komt de zoon van Zwaantje en Kerst vaak aan het woord. Hij probeert de lezer het verhaal over Kerst zijn leven in de periode van het jaar 1945 tot het jaar 1950 zo goed mogelijk na te vertellen.
Thema’s van het verhaal zijn oorlog, liefde en vriendschap. In de periode waarin Kerst in Nederlands-Indië is speelt de onafhankelijkheidsoorlog zich af. Tijdens de zware gevechten en in de jaren dat hij zich in Nederlands-Indië bevindt raakt hij bevriend met de andere soldaten. Ondertussen houdt hij contact met zijn vrouw Zwaantje door brieven te schrijven. Op het eind van het boek krijgen ze samen hun eerste kind. Naast de thema’s oorlog en vriendschap komt het thema liefde ook vaak naar voren in het verhaal.
Kerst rijdt veel rond op zijn brommer. Als Kerst zijn hoofd moet legen, rijdt hij een rondje op zijn brommer. De brommer komt meerdere keren terug in het verhaal en is een motief. De brommer staat voor vrijheid, omdat Kerst zich vrij en veilig voelt als hij een rondje op zijn brommer rijdt. Een ander motief in het verhaal is de tyfoon. De tyfoon staat voor moed en kracht. Kerst zegt regelmatig in het verhaal tegen zichzelf “Okay, hurricane”. De zin komt in het boek voor als Kerst een daad moet verrichten waar hij moed voor nodig heeft, zoals het plegen van een moord of het aangaan van een gevecht. Kerst heeft in Nederland voor 1945 al de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. De onafhankelijkheidsoorlog voelt daarom voor hem als een laatste uitputting, een soort van laatste wervelwind. De wervelwind wordt door Kerst in het boek tyfoon genoemd.



De historische achtergrond


Het onderwerp van het boek is de strijd die Nederland heeft gevoerd om Nederlands-Indië als kolonie te behouden. Nederlands-Indië was een gunstige kolonie voor Nederland op economisch gebied. Er was in Nederland veel vraag naar Indonesische producten zoals peper, koffie, suiker, tabak en indigo. Nederland is tot het jaar 1870 heel succesvol geworden met het Cultuurstelsel. Tot aan de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland met behulp van de Indische exporten de driehoeks handel die zij met Amerika voerde kunnen financieren. In ruil voor tropische producten uit Nederlands-Indië kreeg Nederland wapens van Amerika. Nederland kwam er tijdens en na de Tweede Wereldoorlog achter dat de goederenstroom die ze eerder kregen uit Nederlands-Indië cruciaal was voor de wederopbouw.

Indonesië is sinds het jaar 1900 al in beweging. Het Indonesische nationalisme werd steeds duidelijker zichtbaar onder de bevolking. Ondertussen zorgde ook de politiek die Hitler voerde in Europa in 1938 voor onrust in Indonesië. Duitsland valt Nederland binnen op 10 mei 1940. Het KNIL bereidt zich voor op een mogelijke aanval van de bondgenoot van Duitsland; Japan. Japan verrichtte op 7 december 1941 een aanval op de marinebasis Pearl Harbor in Hawaï. De bedoeling van de aanval was om de vloot van de Verenigde Staten te vernietigen, zodat Japan vrij spel had in het gebied rond de Pacific. Japan wilde namelijk meer macht in de gebieden rond het oosten, de aanwezigheid van de Verenigde Staten was daarbij niet gewenst. Japan was vooral geïnteresseerd in Oost-Indië, de kolonie van Nederland. Een gevolg van deze aanval was dat de Verenigde Staten ook bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte. Ook verklaarde Nederland de oorlog aan Japan, omdat Japan een bondgenoot van Duitsland was.

In januari 1942 valt het Japanse leger het eiland Tarakan voor de kust van Borneo binnen. Op 9 maart 1942 geeft het KNIL zich in Oost-Java over. Een groot deel van de soldaten van het KNIL wordt gevangen genomen. Zij worden in Japanse interneringskampen gestopt. Ook een deel van de Europese bevolking wordt gevangen genomen. Zij verblijven ook onder slechte omstandigheden in interneringskampen, ook wel Jappenkampen genoemd. De Indonesische bevolking steunt de Japanners, maar de houding van de Indonesiërs ten opzichte van de Japanners verandert naarmate hun situatie verslechtert. Miljoenen Indonesische mannen worden gedwongen om te werken als een romusha(een dwangarbeider). Zij moeten o.a. werken aan de Birma-spoorweg.

Tijdens de Japanse bezetting was Japan niet te spreken over een onafhankelijk Indonesië. De blik van Japan op een onafhankelijk Indonesië veranderde toen hun oorlogspositie verslechterde. Op 15 augustus 1945 gaf Japan zich over, na de aanval van de Verenigde Staten op Nagasaki en Hiroshima op 6 en 9 augustus 1945. Nederland was niet in de positie om direct Nederlands-Indië te bezetten. Indonesië werd overgeleverd aan de Britten, maar zij wilden het herstellen van het Nederlandse gezag niet op zich nemen. De macht werd in de handen gelegd van de overgebleven Japanse troepen. Er brak als gevolg van deze actie onrust onder de bevolking uit, allemaal afzonderlijke groeperingen riepen onafhankelijkheid uit. Op 17 augustus 1945 riep Soekarno “de Republik Indonesia” uit. Soekarno en zijn volgelingen waren bang dat de Britten de kolonie terug aan Nederland zouden geven, omdat Nederland Indonesië geen onafhankelijkheid wilde verklaren. De onafhankelijkheidsstrijders namen volgens de Nederlanders maar een klein deel van de bevolking in.

Op 15 november 1946 bereiken Nederland en Indonesië in Linggadjati een akkoord op West-Java waarin Nederland de republiek erkent. Volgens de overeenkomst van Linggadjati zouden delen van Indonesië en Nederland een unie vormen met aan het hoofd het Nederlandse koningshuis.

Nederland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel schade opgelopen, ook op financieel gebied. Op economisch gebied was Nederland niet sterk. Nederland wilde haar economische belangen herstellen, daarom deed Nederland een poging om Nederlands-Indië weer onder haar gezag te krijgen. Nederlands-Indië heeft veel grondstoffen die veel opleveren in de handel. De eerste politionele actie van Nederland begint op 21 juli 1947 en eindigt op 5 augustus 1947. Na de overgave van Japan in 1942 hield het KNIL op met bestaan. Veel soldaten zijn gevangen gezet door de Japanners en andere soldaten zijn gevlucht. De troepen die door Nederland werden ingezet tijdens de politionele acties moesten vooral uit Nederland komen, uit de Koninklijke Landmacht. Ook waren er oorlogsvrijwilligers. In 1946 volgden ook nog andere burgers die als dienstplichtige mee moesten vechten in het Nederlandse leger. Na de eerste politionele actie wordt Nederland door de Verenigde Naties gedwongen om opnieuw te onderhandelen over de toekomst van Indonesië. Op 18 januari 1948 wordt de Renville-overeenkomst gesloten. In de Renville-overeenkomst staan afspraken over een wapenstilstand en over de federale structuur van Indonesië. Er volgt echter nog geen resultaat.

Op 21 december vindt de tweede politionele actie plaats, de Nederlandse regering wil Nederlands-Indië nog steeds als kolonie hebben. De tweede politionele actie wordt operatie Kraai genoemd. Tijdens de tweede politionele actie worden republikeinse leiders gevangen genomen en verbannen. Als reactie daarop beginnen de leiders van de republiek een guerrillaoorlog tegen de Nederlandse regering. De Nederlandse troepenlegers telden samen met de overgebleven soldaten van het KNIL meer dan 100.000 actieve soldaten. Nederland had rond die tijd al door dat het heel moeilijk zou worden om Nederlands-Indië als kolonie te behouden. Zij hadden nog wel het plan om goed contact met de kolonie te houden, zodat ze profijt zouden hebben op het gebied van de handel. Door het plaatsen van een grote militaire troepenmacht hoopten ze hun onderhandelingspositie te versterken.

In 1949 wordt Nederland onder druk gezet door de Verenigde Staten. Zij hadden op dat moment de hoofdstad Djocja veroverd, de Indonesische leiders gevangen genomen en andere militaire doelen bereikt. De Verenigde Naties was het niet eens met het geweld dat gebruikt werd in de kolonies. Zij gaven Nederland het bevel om de opgesloten Indonesische leiders vrij te laten en de strijd die Nederland voerde te staken. Nederland staakte de strijd, maar zij hielden de Indonesische leiders vast. De Verenigde Staten dreigde met het stoppen van de Marshallhulp. De Marshallhulp is een financiële steun van de Verenigde Staten om de wederopbouw van Nederland te versnellen en de economie op gang te helpen. Nederland was economisch niet sterk, door alle schade die zij heeft opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gevolg van deze dreiging van de Verenigde Staten was dat Nederland zich met haar militaire bewind terugtrok uit de kolonie. De hoofdstad Djocja werd teruggegeven aan Indonesië. De verovering van Nederlands-Indië was mislukt. Op 29 december 1949 wordt de soevereiniteit van Nederlands-Indië officieel overgedragen aan de Republiek Indonesië. De soevereiniteitsoverdracht werd getekend door koningin Juliana. Daarmee kwam een eind aan de driehonderd jaar durende dominantie in het Indonesische eilandenrijk.

De conflicten die woedden in Indonesië hebben de naam politionele acties gekregen. De Nederlandse regering verklaart de naam politionele acties met het argument dat de situatie gebaseerd was op een intern meningsverschil. ‘Politioneel’ is een term die gebruikt wordt sinds de 19
e eeuw en heeft de betekenis regelmatig voorkomende onrusttoestanden neer te slaan. De term politionele acties kan worden gebruikt om de vrijheidsstrijd die Nederland in Indonesië heeft gevoerd te verbloemen. Het Nederlandse leger dat actief was bij de politionele acties telde 100.000 man. Nederland heeft 4 jaar gevochten in Indonesië. Tijdens de strijd die geleverd is in Indonesië verlieten ongeveer 5000 Nederlandse soldaten het leven. Aan de kant van Indonesië vielen ongeveer 150.000 doden, onder andere slachtoffers uit de bevolking, het leger en uit de politiek. Het aantal soldaten dat actief was tijdens de politionele acties en het aantal gevallen slachtoffers geeft aan dat de acties niet als kleinschalig gezien kunnen worden. Achteraf spreekt men over de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië met de term “onafhankelijkheidsoorlog”.

Koppeling aan het boek



Het boek De laatse Tyfoon gaat over de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië. Kerst zit in zijn tijd in Indonesië midden in deze strijd en vecht mee aan de kant van het Nederlandse leger. Hierdoor krijg je een goed idee van hoe het er aan toeging tussen 1945 en 1949 in Indonesië. Kerst maakt ook de eerste en tweede politionele actie mee in Indonesië en hierdoor krijg je een realistischer beeld van deze politionele acties. Zo is Kerst zo erg geschokt door alles wat hij heeft meegemaakt en dat hij er lang niet over praat met andere mensen geeft wel een indruk over hoe heftig het was tijdens zijn tijd in Indonesië. Hele dorpen werden afgebrand en onschuldige burgers werden geëxecuteerd en vermoord. Dit kwam doordat er sprake was van een guerrilla-oorlog, een guerrilla-oorlog betekent dat er een onbekende tegenstander is en daardoor wisten de Nederlanders niet precies tegen wie er gestreden moest worden. Doordat er sprake is van een onbekende tegenstander weet je ook nooit wie je aan kan vallen en wanneer. De kans dat er dan onschuldige gewonden en doden vallen is erg groot, voor de soldaten was dat vooral heel heftig nadat het besef kwam dat er waarschijnlijk onschuldige burgers vermoord zijn.
In het boek De Laatste Tyfoon gaat het niet echter meer over het einde van de onafhankelijkheidsstrijd, omdat Kerst dan inmiddels alweer naar huis is, naar zijn Zwaantje. Voor de onafhankelijkheid van Indonesië zijn twee data, dit zijn 17 augustus 1945 en 29 december 1949. De eerste datum, 17 augustus 1945, is de datum waarop Soekarno Indonesië uitriep tot een onafhankelijke staat. De tweede datum, 29 december 1949, is de datum waarop de soevereiniteitsoverdracht officieel getekend werd. Nederland heeft heel lang vastgehouden aan de datum in 1949. Dit was voor de Nederlanders een punt waar ze aan vast hielden, vooral doordat er in het begin nog veel oud-Indië veteranen waren die zich niet neer wilde leggen bij de datum in 1945. Dit wilde ze niet omdat ze dan voor niks gevochten hadden tijdens de politionele acties en deze veteranen vonden dat de slachtoffers van deze oorlog anders voor niks gevallen waren. Uiteindelijk werd 17 augustus 1945 pas in 2005 erkent als officiële onafhankelijkheidsdatum van Indonesië, dit was al 60 jaar nadat de strijd in Indonesië eindigde.

Bronvermelding





Geen opmerkingen:

Een reactie posten